Januari
In deze maand zijn de jonge koninginnen nog in hun winterslaap.
Februari
Op een ongewoon lekkere warme dag komen de eerste koninginnen uit hun holletje en gaan op zoek naar voeding. Bij slecht weer echter moeten ze weer maken dat ze een warm plekje opzoeken.
Maart
In mild warme omgevingen verlaten de koninginnen van vele hommelsoorten op warme voorjaarsdagen hun holletje en gaan op zoek naar de eerste bloeiende plantensoorten. Tot het einde van de maand – in koudere omgevingen iets later – zoeken ze intensief naar een plaats om te nestelen zoals verlaten muizenholletjes, gaten in de grond of bomen, nestkastjes etc. om een kolonie te maken. Dit is de beste tijd om een hommelnestkast in de tuin te plaatsen.
April
Voor de eerste hommels is het maken van een nest deze maand (in koudere omgevingen eind april) een feit. Voor de latere soorten begint het zoeken nu pas.
Mei
Bij de vroege soorten kan je de eerste werksters al zien vliegen. Zij zijn nog erg klein en lijken derhalve eerder op vliegen dan op een werkelijke hommel. Uit de volgende broedsels komen grotere hommels voort. In deze periode verschijnen ook de latere en de zeldzamere soorten. In uitzonderlijk warme lentes kan je zelfs al aan het eind van mei de eerste jonge koninginnen zien. Dit komt vooral voor bij de weidehommel.
Juni
Het hoogseizoen van alle hommelkoloniën wordt door die van de weidehommel ingeluid: uit de laatste cocons kruipen aan het eind van deze maand de jonge koninginnen en de mannetjes, die elkaar opzoeken om te gaan paren. Waren de eerste hommeltjes nog klein, dan moet je nu eens kijken. Koninginnen krijgen geen speciale ‘Royal jelly’ zoals bij de honingbijen of andere voedselsupplementen. Zowel werksters, mannetjes als koninginnen krijgen hetzelfde voedsel. Blijkbaar stimuleert de aanwezigheid van mannetjes in de kolonie de voedende werksters om bijzonderde aandacht en zorg aan de jonge vrouwtjes te besteden zodat deze zeker zullen uitgroeien tot koninginnen.
Juli
De jonge koninginnen en de mannetjes van de meeste andere soorten verschijnen halverwege deze maand. De mannetjes van de boomhommel vliegen nu opgewonden rond het nest om de uitgevlogen en weer thuiskomende jonge koninginnen op te wachten om te paren.
Augustus
Ook de latere hommelsoorten zijn met hun laatste broedsel bezig. Er zijn zelfs soorten zoals de tuinhommel, die zelfs een tweede generatie beginnen. De jonge koninginnen stichten nog hetzelfde jaar een nieuwe kolonie. Dit ligt aan de omstandigheden, vooral als het een warme en lange zomer is. De weidehommel is een van de eerste soorten waarvan de jonge koninginnen nu al in winterslaap gaan.
September
Het hommeljaar loopt ten einde. Naast de nog veel geziene akkerhommel zijn er nog zelden andere hommelsoorten te zien. Door natte en koele periodes sterven de kolonies snel uit. De jonge koninginnen zoeken nu naar een winterslaapplaatsje. Dit moet een goed beschut en vorstvrij plekje zijn, anders overleven ze het niet.
Oktober
De late soort, de akkerhommel, legt nu ook het loodje. Deze maand is normaal gesproken de laatste maand van het hommeljaar.
November
De winterslaap is voor alle koninginnen een feit. Op ongewoonlijk warme novemberdagen kan men echter nog wel eens de laatste akkerhommel zien vliegen.
December
Winterslaap. Slechts 1 op de 10 hommelkoninginnen zal de winter overleven……
En dan begint het weer van voren af aan.
Hommels
Tot de insecten-superfamilie van de bij-achtigen behoren ook de hommels. Het zijn algemeen voorkomende insecten, die over de gehele wereld leven in gebieden waar voldaan wordt aan de eis dat er een seizoen van minstens vier
In hommelnesten komt de Hommelmot (Aphomia sociella) voor. De larven van dat insect maken zeer sterke spinsels en lijken sociaal te leven. Ze vreten de was geheel op. Bij het verpoppen maken ze een soort gootje wat ze uit het kasthout knagen. Ze verpoppen graag zij aan zij, zodat er veel beschadiging kan ontstaan. Op deze foto van de binnenkant van een hommelnestkast kun je de eerdere beschadigingen door de rupsen van de hommelwasmot in de linkerhoek goed zien. Hier is het imago van de Hommelmot te zien, terwijl deze op de buitenkant van het hommelnest loopt om een plek te vinden voor het afzetten van de eitjes.
- Mijten
Alle hommelsoorten hebben enigszins last van mijten, maar dan vergelijkbaar met vlooien op de kat. De kat gaat er niet van dood en voor de mijten – die 8 poten hebben en dus geen insecten zijn, maar verwant zijn aan de spinnen – is dit de enige wijze van leven en voortplanting. Voor het eigen welzijn van de parasiet is het noodzakelijk dat de gastheer of -vrouw in stand blijft, zodat beide zich kunnen voortplanten. Bij hommels en andere bij-achtigen is het aantal mijten per individu soms echter een misser van de natuur, omdat de verhoudingen volkomen scheef liggen. Het zijn al plaaggeesten voor het insect als het er weinig zijn. Bij veel mijten is een normale functie echter niet meer mogelijk. Ik heb dit ook heel sterk gezien bij solitaire bijen, met name bij de algemeen voorkomende rosse metselbij (Osmia rufa), zie mijn aparte Insecten fotosite (onderaan deze pagina is een link aanwezig). Bij de honingbijen is een andere mijtsoort actief, namelijk de varroa-mijt, die zich voortplant in het broed van de honingbij en ook de volwassen insecten beschadigt.
De hommelmijten eten hinderlijk mee bij de monddelen van het insect. In het broednest leven ze volgens Von Hagen hoofdzakelijk van stuifmeel, nectar en organisch afval in het hommelnest. Het gaat meestal om de Tyrophagus laevis, die op het lichaam van de jonge koningin de winter doorbrengt. De jonge mijten verspreiden zich in het voorjaar op eenvoudige wijze. Enkele blijven namelijk achter op de bloemen en wachten op een andere voorbijkomende hommel, waaraan ze zich vlug kunnen hechten. Op de foto van dit mannetje Bombus hortorum zijn grote en kleine mijten zichtbaar. De kleinste zijn waarschijnlijk nog nimfen.
- Andere parasieten
Er zijn nog veel andere parasieten, die in hommelnesten of in de hommels zelf te vinden zijn. De opvallendste parasieten zijn wel de eerder reeds genoemde Hommelwasmotten, waarvan de larven alle was opvreten. Ze zijn dikwijls in grote aantallen aanwezig in het laatste stadium van het volk. De schadelijkheid valt dan mee, want de jonge koninginnen en darren zijn dan al uitgevlogen.
Een bijzondere parasiet is de koekoekshommel. Bijna iedere hommel heeft zijn eigen koekoek. De koekoekshommel gaat anders te werk dan koekoeksbijen en -wespen. Die laatste soorten leggen hun eitje in een broedcel van de gastheer en bemoeien er zich verder niet mee. De koekoekshommel gaat geheel anders te werk. Ze dringen een hommelnest binnen, steken de koningin af en gaan zelf verder na eerst al het open broed van de gastheer te hebben verwijderd. Ze produceren nu met behulp van de werksters van de gastheer uitsluitend jonge koekoekshommels en de darren van die soort. Dat is dus erg schadelijk voor dat hommelnest, want de gastheer heeft zich op het moment van overname nog niet kunnen reproduceren, en dat is immers het doel van het broednest.
Hommels worden ook geparasiteerd door de nematode Sphaerularia bombi (een wormachtig diertje van 1 mm) met een enorm lange uterus (eierstok). De nematode belaagt een koningin op de overwinteringsplek in de grond. De worm dringt bij de hommel binnen in het lichaam en plant zich daar voort. Dat gaat per worm om 5000 tot 10000 nakomelingen. De hommel kan geen nest beginnen door aantasting van de hormoonhuishouding en gaat uiteindelijk dood. De massa nieuwe wormen verspreiden zich in de grond en hopen in de volgende winter weer een slachtoffer te vinden.
Ook bepaalde vliegen hebben het op hommels voorzien. Daarvan zijn in onze streken de blaaskopvliegen de bekendste. Ze leggen een eitje op de hommel en het uitgekomen larfje gaat via een tergietrand bij de hommel naar binnen. Ze gebruiken merendeels hommelbloed, maar na 2 weken is de hommel zo verzwakt dat deze sterft. De vliegenlarve verpopt in het hommelkarkas en komt in het volgende voorjaar uit. De schadelijkheid voor een hommelnest valt overigens reuze mee, want het gaat steeds om
Ik had een hommelnest in de tuin in een vogelhuisje. Sinds een week was er geen activiteit meer waarneembaar. ik was benieuwd hoe het verlaten nest eruit zag en heb het uit het kastje gehaald. bleek helemaal vol te zitten met rupsen van hommelmot. vraag van mij is of er wel hommels uit het nest zijn voortgekomen. het was een kleine hommelsoort.
groeten Daan